home BouwhulpGroep

2000 - 2010


Eindhoven
Promotieonderzoek


Opdrachtgever
TU/e
BouwhulpGroep

BEOORDELING VAN DE DUURZAAMHEID VAN FLEXIBEL BOUWEN

Assessment of the sustainability of Flexible building


Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om met flexibel bouwen tot een lagere milieubelasting te komen voor een gebouw, gedurende de levensduur van dat gebouw. Aanleiding voor dit onderzoek is het programma Industrieel Flexibel en Demontabel bouwen (IFD) dat in de periode 1999-2007 door de overheid is geïnitieerd. De hoofdvraag van het onderzoek was dan ook in welke mate flexibiliteit zorgt voor een lagere milieulast. Deze vraag is in het onderzoek beantwoord, samen met een aantal nauw verwante zaken.


Levensduur 120 jaar

Om iets over milieubelasting van een gebouw te kunnen zeggen moet er bekend zijn hoe lang een gebouw meegaat. Helaas is dit een vraag waar vele gebouweigenaren het antwoord niet op weten. Binnen het onderzoek is er daarom aan de hand van experts nagegaan wat de gemiddelde levensduur van een woning is. De uitkomst hiervan laat zien dat een gemiddelde levensduur van 120 jaar een minimaal te verwachten levensduur is.


Factor Methode

Om de levensduur van een (bouw)product te bepalen wordt in het onderzoek de Factor Methode toegepast. Aan de hand van zeven invloedfactoren (kwaliteit, ontwerp, uitvoering, binnenklimaat, buitenklimaat, gebruik en onderhoud) wordt een referentielevensduur aangepast aan de specifieke, situatie gebonden levensduur. Deze methode die in ISO 15686 is vastgelegd maakt een specifieke levensduurbenadering mogelijk. Als onderdeel van het onderzoek zijn er drie verbeteringen doorgevoerd op de Factor Methode. Ten eerste zijn er twee factoren toegevoegd, namelijk de Trendgevoeligheid en de Relatie tussen onderdelen. Ten tweede zijn er wegingsfactoren toegepast op de afzonderlijke factoren. Niet alle invloeden wegen even sterk mee. Ten derde zijn op de waarden van de factoren statistische verdelingen toegepast die een betere verdeling van de waarden geven. Deze drie verbeteringen hebben geleid tot de Verbeterde Factor Methode. Bovenop deze verbeteringen wordt er in de levensduurbepaling ook rekening gehouden met veranderscenario's. De momenten voor een renovatie-ingreep worden hiermee aangegeven. De statische levensduurbenadering wordt dan veel dynamischer.


Milieubelasting

Het is mogelijk om de milieubelasting van gebouwen, producten of processen uit te drukken in getallen. Door middel van een levenscyclusanalyse (LCA) worden alle stappen, van wieg tot graf, meegenomen. Binnen een LCA speelt de levensduur van een product een belangrijke rol; immers hoe korter de levensduur, des te meer producten er nodig zijn. De afweging tussen milieubelasting en levensduur speelt dan een rol. Bijvoorbeeld de afweging tussen een product met een lage milieubelasting en een korte levensduur tegenover een product met een hoge milieubelasting, maar wel met een lange levensduur. Deze afweging speelt een rol wanneer het gaat over flexibiliteit.


Flexibiliteit

Het belangrijkste item van IFD bouwen was flexibiliteit. Industrieel en Demontabel kregen ook aandacht, maar de meeste aandacht ging uit naar flexibiliteit. Binnen flexibiliteit werd onderscheid gemaakt naar keuzevrijheid (in het begin) en aanpasbaarheid (later). Binnen het promotieonderzoek zijn vijf IFD gebouwen, ieder met een eigen mate van flexibiliteit nader bekeken en uitgerekend wat hun milieubelasting is over een levensduur van 120 jaar, met daarin alle nodige aanpassingen.


Resultaat

Het onderzoek heeft een vernieuwde kijk op levensduur opgeleverd: de Verbeterde Factor Methode. De toepassing hiervan laat zien dat met flexibel bouwen een besparing op de milieubelasting mogelijk is. Dit verschil kan oplopen tot wel 35% van de totale milieubelasting wanneer het vergeleken wordt met een traditionele woning. Het is hierbij goed om te weten dat de verdeling van de milieubelasting (in Ecopunten) tussen energie (45%) en materiaal (55%) verdeeld is. Kijken we alleen naar het materiaalverbruik dan is de verdelingen van de materiaalgerelateerde milieubelasting in de verschillende fasen van de woning 29% voor bouwen, 50% voor gebruiken en 21% voor slopen. Om effectief met duurzaamheid om te gaan zijn er vijf ontwerpregels geformuleerd:

1. Voeg flexibiliteit aan het ontwerp toe;
2. Kijk bij optimalisatie naar de verdeling van de milieubelasting om zo snel de grootste verbeteringen te realiseren;
3. Gebruik de negen invloedfactoren uit de verbeterde Factor Methode om de levensduur te bepalen;
4. Levensduurdenken biedt nieuwe perspectieven. Als een woning langer mee gaat kan men (zelfs bij ingrepen voor de korte termijn) maatregelen treffen die de korte termijn overstijgen;
5. Producten met een korte levensduur moeten eerder vervangen worden. De kans is dan groter dat het einde van de levensduur aansluit bij een natuurlijk moment voor vervanging.

Het hierboven beschreven onderzoek betreft het promotieonderzoek van Haico van Nunen. Het is slechts een deel van het onderzoek. Het proefschrift dat hoort bij het onderzoek is als boek verkrijgbaar.


Promotieonderzoek



Promotieonderzoek



Promotieonderzoek



Promotieonderzoek